Succesvolle herbebossing in de Republiek Niger, een arm land in de Sahel
Ondanks extreme armoede, ongelijkheid, hongersnood, waternood, verwoestijning en terrorisme zijn de Nigerezen erin geslaagd met succes hun land te herbebossen. Dit bewijst hoe groot de menselijke veerkracht is en hoeveel mogelijk is, als we maar willen.
Scheuten van bomen mochten blijven groeien
Sinds de jaren 80 zijn er in zuidelijk Niger een totaal aan 200 miljoen extra bomen bijgekomen, o.a. van de inheemse soort Acacia senegal, fruitbomen en struiken. De bomen zijn niet echt geplant, daar is geen geld voor in Niger. Duizenden boeren hebben scheuten toegestaan te groeien, op plaatsen waar die vroeger gesnoeid of gekapt werden om plaats vrij te houden voor akkers. De boeren zagen in dat die scheuten alleen maar voordelen hadden.
Niger is een van de armste landen ter wereld en ligt in het midden van West-Afrika, ver van de zee. Het noorden ligt in de Sahara en het zuiden in de Sahel en in de subtropen. De grote Nigerrivier is letterlijk de slagader van de regio, en zorgt voor water in het zuidwesten, waar de hoofdstad Niamey ligt (lees meer over de Nigerrivier en het klimaat in de Sahara hier).
De resultaten van de herbebossing zijn meer schaduw en koelte, meer biodiversiteit, meer vocht in de grond, gezondere bodems en betere oogsten. Gevallen bladeren zijn voedsel voor vee en bodemdieren, en de laag plantaardig afval beschermt de bodem tegen uitdroging. Door verhoogde opbrengsten kunnen boeren investeren in onderhoud van waterputten, en hun gewassen (zoals gierst, sorghum, pindanoten, cassava, zoete aardappel, sesamzaad) en ambachten diversifiëren. Deze positieve trend heeft zich verspreid en naburige boeren zagen de goede resultaten, en deden hetzelfde.
Kolonisatie, droogte, hongersnood
In het verleden was de Sahel en subtropische franje in het zuiden en rond de Nigerrivier bebost. Misschien geen dicht tropisch regenwoud, maar op zijn minst een open savanneachtige, droogtebestendige vegetatie, zoals johannesbroodbomen, piekerig struikgewas, winterdoorn en tamarinde, en vele grassoorten.
Maar de Franse kolonisten wilden de landbouw intensiveren en commercialiseren. Bomen moesten omgehakt worden om plaats te maken voor Europees-aandoende monoculturen (bv pindanoten), en in plaats van kleine, handbewerkte akkertjes rondom bomen, ontstond een boomloos landschap met rechtlijnig geploegde akkers.
In 1960 werd Niger onafhankelijk. Investeerders trokken zich terug. De bevolking was verdubbeld, en er kwamen een paar vernietigende droogtes. Bronnen droogden op, oogsten mislukten, nog meer bossen werden gekapt voor brandhout, bodems verloren hun nutriënten. Hongersnood sloeg toe.
In het midden van de jaren 80 stond het land aan de rand van de afgrond.
Snoei de scheuten niet
Hoewel er pogingen zijn gedaan om te herbebossen, was de uitgehongerde bevolking niet geïnteresseerd in boompjes te doen ontkiemen, aanplanten en verzorgen, waar ze pas jaren later profijt van zouden hebben. Begrijpelijk. Maar ergens in de jaren tachtig kwamen een paar boeren te laat terug voor het regenseizoen. Ze hadden geen tijd meer om te snoeien, en moesten rondom de struiken planten, zoals de voorouders dat deden. Ze merkten dat hun oogst beter was. En het woord verspreidde zich, langzaamaan.
Ook landbouwkundigen, zoals Tony Rinaudi uit Australië, gekend als de "Forest Maker" verspreidde kennis met betrekking tot herbebossing op basis van reeds bestaande wortelsystemen. Dit zijn geen nieuwe ideeën, maar door de kolonisatie en maatschappelijke onwrichting was de oude kennis van de voorouders verloren gegaan, en de mensen moesten opnieuw warm gemaakt worden voor deze oude manieren van werken. Men moest letterlijk en figuurlijk de voorouderlijke wortelsystemen terug tot leven wekken. Het was een moeilijke weg. Maar toch leidde het bijna ongemerkt tot "de meest opmerkelijke milieuverandering die ik kan bedenken in Afrika", volgens Dennis Garrity, voormalig hoofd van het World Agroforestry Centre in Nairobi.
Nog een voordeel: vroeger moesten de Nigerese vrouwen en kinderen urenlang stappen om sprokkelhout te zoeken, nu hebben kinderen meer tijd om op de schoolbanken door te brengen (de meisjes in mindere mate) en sommige vrouwen hebben tijd om medicijnen, olieën en zeep te maken om het huiselijke inkomen te vergroten.
Great Green Wall
De herbebossing in Niger is stilletjes aan gegroeid, en is pas na vele jaren echt opgemerkt. De telling van het aantal bomen is gedaan via het vergelijken van oude en recente luchtfoto's en satellietbeelden. Dit verhaal toont dat verandering van onderuit moet komen, en dat in harmonie met de natuur leven ons leven beter maakt.
De Great Green Wall is een groot internationaal initiatief om de verwoestijning tegen te houden, en houdt zich vooral bezig met het aanplanten van bomen (wat niet altijd een groot succes is want de Sahel is een moeilijke regio). De manier waarop de herbebossing in Niger gebeurt, namelijk de natuur haar gang te laten gaan en zelf laten terugkomen (niet snoeien wat groeit), is een goedkope, natuurlijke techniek die in overweging moet genomen worden bij milieuherstelprojecten in droge gebieden. De laatste 20 jaar zijn er vele andere regreening projecten bezig in Niger en andere Afrikaanse landen, o.a. onder leiding van de VN en de Wereldbank, en lokale en internationale NGOs.
De Republiek Niger blijft een zeer arm, ongelijk en klimaatgevoelig land waarin vrouwen onderdrukt worden. Toch is deze herbebossingsgeschiedenis een stap in de goede richting.
---------
Bronnen:
KATARINA HÖIJE ANDCRAIG WELCH, april 2022, How farmers in Earth's least developed country grew 200 million trees, National Geographic.
Bonne, K. 2022, De Grote Bocht van de Nigerrivier: gevormd door oprukkend woestijnzand. GondwanaTalks online magazine.
Artikel geschreven door Kathelijne Bonne, geoloog en bodemkundige. Ik schrijf ook op GondwanaTalks en Good Climate News.
Laatste artikelen: